Speenproblemen: wanneer trekt u aan de bel?

Spenen is voor elke big een stressvolle gebeurtenis. De weerstand komt onder druk te staan, de darmflora moet zich aanpassen aan nieuw voer en de sociale stress neemt toe. Speendiarree en speendip zijn gekende begrippen. Maar trekt u zelf ook tijdig aan de bel om dit een halt toe te roepen?  AgriDirect vroeg het eind 2021 aan 251 Nederlandse en 244 Vlaamse zeugenhouders1.

Varkenshouders zien na spenen vooral 3 problemen bij hun biggen: diarree, biggensterfte en groeiachterstand. Maar als je vervolgens vraagt voor elk van die 3 ziekteverschijnselen hoeveel procent van de biggen er last moet van hebben vooraleer de varkenshouder de hulp van dierenarts of voervoorlichter inroept, dan is het antwoord zeer uiteenlopend.

Alerte varkenshouders laten problemen niet oplopen: snel schakelen is hun visie. Dat gebeurt al bij meer dan 2% biggen met dunne mest. Of bij meer dan 1% sterfte na spenen. Of bij meer dan 4% achterblijvers (“restbiggen”) op het einde van de batterij.  Dat zijn de 3 eindcriteria om na te gaan of uw biggen vlot doorheen de speenperiode komen. Alerte varkenshouders roepen 1 à 2 keer per jaar advies over speenproblematiek in. Sommigen bespreken dit onderwerp zelfs standaard met hun dierenarts tijdens het reguliere bedrijfsbezoek.

Er kan aan de bedrijfsvoering of aan het voer gesleuteld worden en dat helpt wel enigszins, maar het neemt de oorzaak niet weg. In meer dan 80% van de gevallen is dat de colibacterie: Escherichia coli F4 en/of F182. Die maakt gebruik van de stress van het spenen om via zijn toxines de darm te verstoren, met slappe mest, groeiachterstand en biggensterfte tot gevolg. In mestmonsters kan een labo-onderzoek of een sneltest op het bedrijf de colibacterie als oorzaak eenduidig vastleggen. De labokosten en kosten van de sneltest neemt Elanco voor haar rekening. En dan kan er gekeken worden naar een duurzame oplossing van de speenproblemen, nl. vaccinatie met Coliprotec®. 

Ziet u dus ook meer dan 2% biggen met dunne mest of meer dan 1% sterfte na spenen of meer dan 4% restbiggen op het einde van de batterij?
Praat erover met uw dierenarts.

Elanco Nederland BV, Van Deventerlaan 31, 3528 AG Utrecht, Nederland | benelux@elancoah.com| +31 (0)30 307 92 45

Referenties:

1Marktonderzoek speendiarree in opdracht van Elanco. Uitvoering door AgriDirect, 14 december 2021, pp. 10. Data on file.

2Vangroenweghe et al. (2016) – Prevalence of virulence factors of Escherichia coli isolated from piglets with post-weaning diarrhoea in Belgium and The Netherlands – Proceedings of 9th European Symposium of Porcine Health Management.

Verkorte bijsluiter

Naam van het diergeneesmiddel: Coliprotec F4/F18 lyofilisaat voor orale suspensie voor varkens. Werkzame bestanddelen: elke dosis vaccin bevat: levende niet-pathogene Escherichia coli O8:K87* (F4ac): 1,3x108 tot 9,0x108 CFU**, levende niet-pathogene Escherichia coli O141:K94* (F18ac): 2,8x108 tot 3,0x109 CFU**. *Niet-geattenueerd. **CFU = kolonievormende eenheden. Doeldiersoort(en): varken. Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoort(en): voor de actieve immunisatie van varkens vanaf 18 dagen oud tegen enterotoxigene F4-positieve en F18-positieve Escherichia coli om:  de incidentie van matige tot ernstige door E. coli veroorzaakte diarree na het spenen (PWD) bij geïnfecteerde varkens te verminderen; de fecale uitscheiding van enterotoxigene F4-positieve en F18-positieve E. coli bij geïnfecteerde varkens te verminderen. Aanvang van de immuniteit: 7 dagen na vaccinatie. Duur van de immuniteit: 21 dagen na vaccinatie. Contra-indicaties: geen. Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren: gevaccineerde biggen kunnen de vaccinstam tot tenminste 14 dagen na de vaccinatie uitscheiden. De vaccinstammen verspreiden zich snel naar andere varkens die in contact komen met gevaccineerde varkens. Ongevaccineerde varkens die contact hebben met gevaccineerde varkens zullen de vaccinstammen op vergelijkbare wijze als gevaccineerde varkens bij zich dragen en uitscheiden. In deze periode dient contact van immuungecompromitteerde varkens met gevaccineerde varkens te worden vermeden. Bijwerkingen (frequentie en ernst): geen bekend. Dosering en toedieningsweg: oraal gebruik. Vaccinatieschema: oraal een enkelvoudige dosis toedienen vanaf een leeftijd van 18 dagen. Om inactivatie te voorkomen moeten alle materialen die bij het bereiden en toedienen van het vaccin worden gebruikt, vrij zijn van residuen van antimicrobiële middelen en reinigings- of desinfectiemiddelen. Het gereconstitueerde vaccin is een transparante tot opake wit-gelige suspensie, afhankelijk van het voor verdunning gebruikte watervolume. Vaccinatie via drench-toediening: verpakkingsvorm met 50 doses: Het lyofilisaat reconstitueren door 10 ml water aan de flacon toe te voegen. Goed schudden en de suspensie overbrengen in een maatbeker. Opnieuw mengen met water totdat een totaalvolume van 100 ml is verkregen. Goed schudden en binnen 4 uur gebruiken. Oraal een enkelvoudige dosis van 2 ml toedienen bij varkens, onafhankelijk van het lichaamsgewicht. Verpakkingsvorm met 200 doses: Het lyofilisaat reconstitueren door 20 ml water aan de flacon toe te voegen. Goed schudden en de suspensie overbrengen in een maatbeker. Opnieuw mengen met water totdat een totaalvolume van 400 ml is verkregen. Goed schudden en binnen 4 uur gebruiken. Oraal een enkelvoudige dosis van 2 ml toedienen bij varkens, onafhankelijk van het lichaamsgewicht. Vaccinatie via het drinkwatersysteem: de drinkwatersystemen moeten worden gereinigd en intensief met onbehandeld water worden doorgespoeld om eventuele residuen van antimicrobiële middelen en reinigings- of desinfectiemiddelen te vermijden. Staak de drinkwatertoevoer gedurende 1 tot 2 uur voorafgaand aan de geplande vaccinatie om het drinken van de vaccinsuspensie te stimuleren. Reconstitueer het lyofilisaat door 10 ml (verpakkingsvorm met 50 doses) of 20 ml (verpakkingsvorm met 200 doses) water aan de flacon toe te voegen. Goed schudden. De uiteindelijke suspensie die het vaccin bevat, dient binnen 4 uur na bereiding te worden geconsumeerd. Zorg voor genoeg ruimte zodat alle varkens de benodigde hoeveelheid kunnen drinken. De daadwerkelijk geconsumeerde hoeveelheid water kan echter afhankelijk van verschillende factoren aanzienlijk variëren. Daarom wordt aanbevolen om de dag vóór vaccinatie de daadwerkelijke wateropname gedurende een periode van 4 uur te bepalen. Raadpleeg als alternatief de volgende tabel:

Lichaamsgewicht (kg) Waterconsumptie (in liter) in een periode van 4 uur     
                                    1 varken    50 varkens                200 varkens
t/m 4,5                        0,11 liter       5,5 liter                       22 liter
4,6 t/m 6,8                  0,17 liter      8,5 liter                       34 liter
6,9 t/m 9,0                  0,23 liter    11,5 liter                       46 liter

Voor toediening met behulp van bakken of reservoirs het gereconstitueerde vaccin verdunnen in het watervolume dat de varkens tijdens een periode van 4 uur zullen drinken. Voor toediening via waterleidingen met behulp van een doseerpomp (verhoudingsregelaar) het gereconstitueerde vaccin verdunnen in het benodigde volume van de voorraadoplossing van de doseerpomp. Het volume van de voorraadoplossing wordt berekend aan de hand van het watervolume dat de varkens zullen drinken tijdens een periode van 4 uur, vermenigvuldigd met de snelheid van de doseerpomp (in decimalen). Voorbeeld: bij een consumptie van 22 liter gedurende 4 uur en een doseerpompsnelheid van 1%, dient het volume van de voorraadoplossing 22 liter x 0,01 = 220 ml te zijn. Bij zorgen over de aanwezigheid van desinfectiemiddelresiduen in het drinkwater, zoals chloor, wordt aangeraden mageremelkpoeder als stabilisator aan het drinkwater toe te voegen voordat het vaccin wordt toegevoegd. De uiteindelijke concentratie van het mageremelkpoeder dient 5 g/liter te zijn. Wachttijden: nul dagen. Naam van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Elanco GmbH, Heinz-Lohmann-Str. 4, 27472 Cuxhaven, DUITSLAND. Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: EU/2/16/202/001-003. REG NL 118799 – UDD Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar diergeneesmiddel. Nadere informatie is op aanvraag beschikbaar bij Elanco. 11/2021


Elanco en het schuine balklogo zijn handelsmerken van Elanco of haar filialen. © 2022 Elanco.

PM-NL-22-0108